Een mens heeft de neiging om zich te identificeren met dat deel in zichzelf dat denkt. ´Ik denk, dus ik ben´ (cogito ergo sum) zei Descartes al. Dat denk-deel heet het Ego.

Dan is er ook nog een deel in ons waar gevoelens wonen, maar dat is niet het deel waarmee we ons graag identificeren. Dat woont een beetje achteraf. Het wordt vaak ‘het vrouwelijke’ genoemd. Gevoelens zijn overigens sensaties, gewaarwordingen, meer als intuïtie en niet alleen emoties.

De emoties zijn juist weer verbonden met het Ego: de krachtigste innerlijke stem. Kies maar eens een gedachte en de bijbehorende emoties komen er direct achteraan: een puppy, ach goh, vertederd. Of een kwal, he get, afschuw.

Altijd en overal is het Ego aan het praten, aan het beïnvloeden om te helpen, ook als de mens de hulp niet nodig heeft. Het Ego denkt en vindt dat de mens die hulp wel nodig heeft om te voorkomen dat je in zeven sloten tegelijk loopt. Die neiging is er nogal en dat veroorzaakt pijn. Het Ego heeft de functie om de werkelijkheid te analyseren, vervolgens te voorspellen en daarna te beheersen, zodat de pijn niet op je pad komt. De grootste pijn die een mens kan oplopen is op een bepaald moment vast te stellen dat het allemaal voor niks is geweest. Dat je niks waard was, niks waard bent of niks waard zal zijn.

De godganse dag babbelt het Ego dus teksten in ons hoofd, die gevoelens van voorzichtigheid en argwaan oproepen. Waanwoorden tegen de aankomende pijn van het grote niks. Dat moet, als het aan het Ego ligt, een heel leven lang duren. Eén moment van onoplettendheid en je bent gedoemd. Alles moet eraan gedaan worden om dat te voorkomen. Alles, zelfs het zwaarste geschut, dat van de intimiderende onzekerheid.

“Doe het niet, houd je mond, blijf onder het maaiveld”. Als je niks doet, niks zegt en niks durft, dan gebeurt er ook niks.

De cirkel is zo weer rond. Om te voorkomen dat je niks waard bleek, heeft het Ego alles waardoor jouw waarde blijken kon, voorkomen. Geen pijn beleefd, omdat er niks is gebeurd.

Al zijn leven bang om niks, gelukkig.